Kooreografie

(Terug naar Choreografie…)

Hier volgt een beschrijving van kooreografische worstelingen, met als voorbeeld “Drie meneren in het woud”, een 4 stemmige compositie voor mannenstemmen van Jacques Reulant op tekst van Annie M.G. Schmidt.

Er waren eens 3 meneren heel deftig en heel oud / die wilden eens gaan kamperen, kamperen in het woud / zij lazen om te beginnen alvast het weerbericht / zij kochten een tent van linnen en helemaal waterdicht / zij vonden een woud vol bomen het was er guur en koud / de regen viel met stromen het was een heel woest woud / ze zaten te rillen daar binnen in die tent / je moet zoiets nooit beginnen als je oud en deftig bent / die 3 oude meneren werden verkouden en hees / toen kwamen er 3 beren die roken mensenvlees / de beren waren schrander en trokken meteen van leer / zij zeiden tegen elkander zeg lust jij oude meneer? / ze gooiden met boze snuiten de tent opzij de tent opzij / de meneren kropen naar buiten heb medelij / o beren heb genade wij zijn zo deftig en zo oud / wij doen geen schade wij zitten gewoon in het woud / de beren zeiden ach vrinden zo erg was ’t niet bedoeld / wij zullen u niet verslinden wij zijn alweer bekoeld / toen zaten ze met z’n zessen gezellig onder een boom / en dronken een glaasje bessen en noemden elkander oom / De deftige oude meneren zijn weer terug alle drie / ze denken nog vaak aan de beren met liefde en sympathie….

T1: Eric en Peterchen
T2: René (dirigent) en Ruud
B1: Willem en Arie
B2: Gé en Peter

De mannen van Mannenkoorts hadden zelf al wat ideeën voor de kooreografie:
<> een poppenkastvoorstelling, maar, we wilden toch minder rekwisieten i.p.v. meer?
<> 3 zangers als meneren en 3 als beren, OK, maar dan zijn er nog 2 mannen over, dus…?

Dit liedje vertelt een duidelijk en komisch verhaal, dat smeekt om uitbeelding, acteren, en dat kan Mannenkoorts, dus dat moet zeker uitgebuit! Rolverdeling maken dan maar, inderdaad met 3 meneren. En 3 beren.

Kijkend naar de partituur zie ik dat de tekst zigzaggend over alle stemmen loopt. Zo nu en dan zingen alle stemmen op het zelfde moment de zelfde tekst, maar nooit langer dan 4 maten. Vaker springt het verhaal canonisch van bas naar bariton, naar 2de en dan 1ste tenor, maar soms ook andersom van hoge naar lage stem. Een leitmotiefje in dit nummer, het herhaald aftellen 1,2,3, in wisselend ritme, vraagt om aandacht!

Als kooreograaf wil je voor zangers bewegingen verzinnen die synchroon zijn met de tekst, of het ritme dat op dat moment gezongen wordt. In het gunstigste geval vinden de zangers dat de kooreo helpt bij het onthouden van de tekst!

Er is nog een probleem: we hebben rekwisieten, paraplu’s en fietssturen, die als een rode draad in de liedjes van het nieuwe programma moeten voorkomen.

Ophouden met draaikonten! Nu, rolverdeling maken!! Doe een greep, wíe gaan de 3 meneren doen? Zucht!
OK, Arie* (B1) is 2 weken met vakantie, dus voor hem een rol aan de zijkant. Laat Willem (de andere B1) dan meneer I zijn. Kijkend naar de nootjes zie ik dat met wat kunst en vliegwerk de partij van T2 ook meneerlijke mogelijkheden biedt. Ziezo, Ruud is meneer II en René als meneer III. In gedachten maak ik een spacing met W, Ru en Re naast elkaar stage centre. Halverwege het lied hebben de bassen een ritmisch instinkertje, 1,2,3 zingend, lekker vet, heel beers…, hoera, Gé als beer I en Peter als beer II, en daar hoort natuurlijk, qua uitstraling zullen we maar zeggen, natuurlijk Eric (T1) bij, als beer III! Geeft dit geen problemen met de tenorpartij van Eric*? Ik geloof dat het meevalt. Ik zie nu dat Gé, Peter en Eric stage left naast elkaar zitten. Hier komen de fietssturen die we als stoelen gebruiken van pas. En Arie en Peterchen (T1) moeten achter de beren staan. Hè, hè, dat ei is gelegd!! Oortjes in, liedje luisteren en bewegingen verzinnen!

Een standje “deftig” en een standje “oud”, hoe doe je dat? Gloeilampje: met een paraplu natuurlijk! En met 2 dichte paraplu’s schuin omhoog maak je “een tent van linnen” De plu’s zijn ook nodig bij “de regen viel met stromen”. Enz. enz. Bij het 1,2,3 thema van de bassen is gauw een berenwaggel verzonnen. Voor “de tent opzij, de tent opzij” moet tutti in actie komen, met eigen accenten. Enz. enz. Kooreograaf oefent de bewegingen van de meneren, steeds opnieuw, schavend, fijnslijpend. Hetzelfde met de berenbewegingen. Dan voor Arie en Peterchen helemaal opnieuw de partituur doorspitten en grapjes verzinnen. Enz. enz.

Kunnen de mannen elkaar horen én zien in deze kooreo? Hoe gaat het met de adem, ondersteunen de bewegingen het zingen? Kan de dirigent de club bij elkaar houden? Laten we hopen dat deze opzet over het voetlicht komt…

*tijdens de eerste repetitie merkt Willem op dat Arie ook het vette berenmotiefje meezingt. Ik wissel de rollen van Arie en Eric om…